Een tremolomondharmonica, ook wel diatonische mondharmonica genoemd, heeft twee rijen gaatjes. Beide rijen geven dezelfde toonhoogte, maar met een miniem verschil waardoor zweving (of tremolo, variatie in geluidssterkte) ontstaat. De bespeler kan het onderste gaatje met de tong afsluiten als hij de zweving wil onderdrukken.